Het RIVM houdt sinds 2020 het aantal meldingen tot op wijkniveau bij. Maar de cijfers zijn allesbehalve volledig, stelt Miriam Maas, die als RIVM-onderzoeker aan de basis stond van de Rattenmonitor. Het gaat om vrijwillige meldingen door plaagdierbeheersers. “We krijgen er nu zo’n duizend per maand, dat is waarschijnlijk slechts een fractie van het totaal.”
Wat wel duidelijk is: wereldwijd nemen in grote steden rattenpopulaties toe. Mede door klimaatverandering, stelde een internationale groep wetenschappers eerder dit jaar. Ratten planten zich vaker voort nu (dichtbebouwde) steden extra opwarmen.
Toename in Amsterdam
Ook in Amsterdam nam het aantal rattenmeldingen toe: van 5337 meldingen (in 2020) tot 6819 (in 2024). In het centrum was zelfs sprake van een verdubbeling. Het betreft vooral bruine ratten, stelt Mark Bronkhorst, coördinator dierplaagbeheersing bij GGD Amsterdam. “De rat is zichtbaarder geworden in de stad”, stelt hij, “vooral sinds het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen aan banden is gelegd.”
Om de populatie beheersbaar te houden, zet de gemeente in op preventie en bewustwording. Bronkhorst: “Bewoners en ondernemers hebben de situatie ook deels zelf in de hand. Laat bijvoorbeeld niet zomaar afval achter op straat.” In de hele stad geldt een voerverbod in de openbare ruimte. Volgens beide experts is het een illusie te denken dat de rat ooit uit steden verdwijnt. Bronkhorst: “Je moet het niet eens willen; ze spelen ook een belangrijke rol bij het openhouden van rioleringen.” Maas: “Accepteer dat ze in beperkte aantallen in onze leefomgeving aanwezig zijn. Ratten hebben eten, water en schuilgelegenheid nodig. Dus dat zijn de knoppen waaraan je kunt draaien.”