• 325 gram pure chocolade
• 340 gram gezouten roomboter
• 250 gram kristalsuiker
• 250 gram bruine basterdsuiker
• 1 zakje vanillesuiker
• 300 gram zelfrijzend bakmeel
• 8 middelgrote eieren
• 1 theelepel kaneel
• rasp van één sinaasappel
• 80 gram gevriesdroogde meelwormen (of naar keuze: gevriesdroogde krekels en sprinkhanen)
Smelt de pure chocolade en gezouten roomboter au bain-marie. Laat het mengsel iets afkoelen tot het handwarm is.
Klop in een grote kom de acht eieren, 250 g kristalsuiker, 250 g bruine basterdsuiker en de vanillesuiker luchtig met een mixer of garde (ongeveer 3-5 min tot sprake is van een lichte en schuimige substantie).
Giet het gesmolten chocoladebotermengsel langzaam bij het eimengsel, al kloppend. Voeg ook de rasp van een sinaasappel en een theelepel kaneel toe.
Spatel voorzichtig 300 g zelfrijzend bakmeel door het beslag. Meng tot een gladde massa.
Hak de 80 g gevriesdroogde meelwormen grof of laat ze heel (afhankelijk van eigen voorkeur). Optie: vervang een deel van de meelwormen door gevriesdroogde sprinkhanen en krekels. Spatel de insecten gelijkmatig door het beslag.
Giet het beslag in de ingevette bakvorm en strijk glad. Bak de brownies 30–35 minuten in het midden van de oven. Houd goed in de gaten. Haal uit de oven zodra je een grote barst ziet verschijnen in het baksel. De brownies mogen nog iets smeuïg zijn in het midden.
Laat afkoelen in de vorm. Snijd in blokken van gewenste grootte. Serveer eventueel met een topping van poedersuiker, sinaasappelrasp of een paar extra meelwormen als knapperige decoratie.